Waarom weet mijn arts dit niet?

In mijn vorige blog beschreef ik hoe moeilijk het was om onderzoek naar oervoeding en depressie gepubliceerd te krijgen, zodat jouw arts had kunnen lezen over de effecten. Stel dat het wél gelukt was. Dat ik nu, ik zeg maar wat, vier wetenschappelijke artikelen gepubliceerd had over oervoeding en depressie. Er vanuit gaande dat de resultaten veelbelovend waren, welke invloed zou dat dan nu hebben op de richtlijnen voor het behandelen van depressie? Of voor de opleiding van voeding en diëtetiek? Of leefstijlcoaches?

Voor het antwoord op die vraag kunnen we kijken naar onderzoek naar overgewicht, hoge bloeddruk, hoog cholesterol en diabetes type 2, ofwel metabool syndroom. Daar is al wél veel onderzoek over gepubliceerd en de resultaten zijn veelbelovend. Toch zijn die resultaten nog lang niet tot in iedere huisartspraktijk doorgedrongen. En voor zover ik weet, ook nog steeds niet (sterk) verankerd in opleidingen voor diëtisten en leefstijlcoaches.

Eerst ga ik kort in op de resultaten zelf. Daarna ga ik in op de vraag hoe het dan komt, dat jouw arts, diëtist of leefstijlcoach niet op de hoogte is. Al in 2010 publiceerden Micha en Mozaffarian een uitgebreide meta-analyse van randomized controlled trials en longitudinale cohort studies waarin zij concludeerden dat het meer (verzadigd) vet eten in plaats van koolhydraten nooit tot een verhoogd risico op hart- en vaatziektes, beroertes en diabetes, eerder tot een lager risico. In 2014 (ik heb de pdf, mocht je het hele artikel willen lezen) publiceerde een grote groep onderzoekers, inclusief de hierboven genoemde Mozaffarian, een andere meta-analyse waaruit dezelfde conclusies getrokken kunnen worden: meer (verzadigd) vet leidt niet tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, eerder tot een lager risico. Overigens verwijzen zij niet naar het artikel uit 2010 van Micha en Mozaffarian, wat ik vreemd vind.

Onderzoeksresultaten van randomized controlled trials naar het effect van koolhydraatarme voedingspatronen lijken minder consistent, vermoedelijk doordat er grote verschillen zijn in wat onderzoekers koolhydraatarm noemen, én er grote verschillen zijn in hoe goed deelnemers de instructies opvolgen. Anouk Willems heeft met een aantal collega’s, waar ik er één van was, uitgezocht wat het effect is als je kijkt naar wat onderzoeksdeelnemers rapporteren. Willems (2021) laat zien dat méér eiwitten en méér vetten gezondheidswinst oplevert, terwijl méér koolhydraten eerder ongezondheid oplevert. Het aller interessantste is misschien wel, dat het aantal calorieën niet uit lijkt te maken. Dus als je wilt afvallen, je bloeddruk wilt verlagen, je cholesterol wilt verlagen of zelfs diabetesmedicatie wilt verminderen kun je het beste meer vetten en eiwitten eten en minder koolhydraten. Calorieën tellen lijkt niet nodig.

Maar waarom krijg je dat advies dan niet van je arts of diëtist? Hoe kan het, dat nog niet alle (huis)artsen puur en echt eten met relatief veel vet en eiwit gebruiken als medicijn tegen overgewicht, hoge bloeddruk, hoog cholesterol en diabetes type 2?

Dat zit hem natuurlijk allereerst in hun opleiding. Het onderzoek naar puur en echt eten en metabool syndroom (overgewicht, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, diabetes type 2) heeft in de afgelopen tien jaar een vlucht genomen. Het grootste deel van de (huis)artsen en diëtisten is voor die tijd opgeleid. En over wat nog niet gepubliceerd was, kon je natuurlijk geen onderwijs krijgen.

Het jammere is echter, dat de resultaten ook vandaag de dag nog steeds niet (sterk) verankerd zijn in de opleidingen. Dus ook kersverse artsen, diëtisten en leefstijlcoaches hebben nauwelijks les gehad over de mogelijkheden van puur en echt eten. Dat heeft te maken met de traagheid van het schrijven en aanpassen van tekstboeken. Die zijn lang niet allemaal in de afgelopen tien jaar helemaal veranderd.

Maar dan nog. Ook al kost het aanpassen van tekstboeken veel tijd, je kunt al wel onderwijs geven over nieuwe resultaten. Waarom gebeurt dat dan niet? Ten eerste moeten docenten dan hun overtuigingen los durven laten. Docenten die zelf opgeleid zijn met de overtuiging dat (verzadigd) vet slecht is. Die zelf misschien al wel een leven lang vetarm eten, en dat hoeft echt niet tot problemen te leiden. Maar als er eenmaal problemen zijn, is vetarm een minder goede oplossing dan puur en echt eten met wat meer vet en eiwit, blijkt uit onderzoek. Durf die overtuiging maar eens los te laten. En ze zijn er natuurlijk wel, hè, goede docenten, maar voordat het hele peloton van koers gewijzigd is, dat duurt nog wel even.

En dan bijscholingen. Artsen en diëtisten volgen toch verplichte bijscholingen? Ja, maar die gaan lang niet allemaal (de meeste niet) over voeding. En áls ze over voeding gaan, is het maar de vraag hoe goed de betreffende spreker op de hoogte is. Voor het Ancestral Health symposium nodigden we prof. Koning uit om in dialoog te gaan met prof. Fasano over zonuline. Het was werkelijk beschamend hoe weinig prof. Koning eigenlijk gelezen had over onderzoek naar zonuline. Dus hoe actueel het is, wat je bij een lezing te horen krijgt, is ook altijd maar weer de vraag.

Als een arts of diëtist echt meer wil weten over puur en echt eten, zijn er wel mogelijkheden. Zo organiseert Arts en Leefstijl bijscholingen voor huisartsen en bedrijfsartsen, zijn er specifieke opleidingen te volgen voor bijvoorbeeld het ketogene dieet, en zijn er opleidingen waarin wél modules over puur en echt eten zitten (zie bijvoorbeeld www.stibig.nl). Als oprichter van de Nederlandse Ancestral Health Stichting weet ik echter ook dat verzoeken om bijscholingspunten uit te mogen delen aan (huis)artsen afgewezen worden als de kennis die je deelt ver af staat van wat in de tekstboeken staat. En dan ben je terug bij af. Dan kun je geen vernieuwende kennis delen op een officiële bijscholing. Ancestral Health Nederland heeft besloten geen bijscholingspunten meer aan te vragen, Arts en Leefstijl heeft besloten op de grens te zitten van wat nog goedgekeurd wordt en wel officieel te mogen bijscholen.

Dus net als in mijn vorige blog, is ook hier mijn advies dat je beter kunt luisteren naar ervaringen van anderen, dan naar de ‘wetenschap’ zoals die vertegenwoordigd zou moeten zijn door (huis)arts, diëtist en leefstijlcoach.

2 thoughts on “Waarom weet mijn arts dit niet?

  1. Hoi Esther,

    Zoals je weet, ben ik al een tijd geleden overgestapt op de door Connies Hoek voorgestelde eetgewoonten. Ik heb daarover voor jou ook twee keer mijn verhaal mogen doen. Het effect is geweest, dat ik al mijn psychomedicatie heb kunnen afbouwen en nu al 5 jaar clean ben, maar, ook heel fijn, deze zomer met mijn cardioloog het 20 jarig jubileum van mijn matig ernstige aortaklepinsufficientie ga vieren. De voeding met lekker veel eiwitten en vetten, maar verantwoord koolhydraten gebruik heeft dit opgeleverd. Ik ben nu heel blij, dat ik aan mijn lichaam kan voelen wat het nodig heeft.

    Vriendelijke groet en ik hoop dat het in steeds meer medisch opleidingen doordringt en bij artsen, Ina

Leave a comment